1. Meditatie: Hoe evangeliseren? (5)
Het vierde hoofdstuk van de apostolische aansporing “Evangelii nuntiandi” (1975) van Paulus VI wil antwoorden op de vraag: hoe evangeliseren? Het is een aansporing om in de verschillende omstandigheden op creatieve en vindingrijke wijze Jezus’ Evangelie te verkondigen. Ziehier acht wegen.
1. Het getuigenis van een echt christelijk leven.
Het meest overtuigende van zowel een afzonderlijke christen als van een christelijke gemeenschap is hun oprecht christelijk leven. De eerste christenen blijven hierbij ons voorbeeld, ondanks hun tekorten. Hun eenvoud, oprechtheid, blijdschap en eensgezindheid lokten bij anderen de reactie uit: “ziet hoe ze elkaar liefhebben!”
“De hedendaagse mens luistert liever naar getuigen dan naar meesters, of wanneer hij luistert naar meesters dan komt dat omdat het getuigen zijn” (nr 41).
2. De onmisbare prediking
De heilige Paulus schrijft in Romeinen 10, 14-17 dat het geloof ontstaat door de prediking. De moderne mens is echter dikwijls verzadigd van redevoeringen en doof voor woorden. Hij wordt overigens ook verwend door beeldmateriaal. Toch blijft daarbij de kracht van het woord gelden.
“De afkeer echter die heden ten dage door zovele redevoeringen wordt gewekt en door de actualiteit van vele andere vormen van sociale communicatie, moet de grote kracht van het woord echter niet verminderen noch het vertrouwen tenietdoen dat daaraan moet worden geschonken” (nr. 42).
3. De liturgie van het woord
Niets kan zoveel ergernis opwekken en tevens zoveel aantrekkingskracht uitoefenen als een homilie. Sommige mensen gaan naar een kerk of blijven er weg omwille van de homilie. Wanneer ze de nodige eigenschappen heeft, is ze een wondere kracht die mensen werkelijk samenhoudt, hen vreugde geeft en hen geneest, zoals Vaticanum II in zijn constitutie over de liturgie ook stelde (nr 43).
Een goede homilie die geloof en liefde uitstraalt heeft een onmisbare plaats in de Eucharistie en in alle liturgische vieringen:
“… mits deze homilie eenvoudig, duidelijk, direct en aangepast is, in de leer van het evangelie geworteld en gevestigd en trouw en aanhankelijk aan het leergezag van de kerk, bezield door een evenwichtige apostolische geest die ze van nature bezit, als ze voor goede hoop het geloof voedt, vrede brengt en eenheid” (nr. 43).
4. Het catechetisch onderricht
Het kerugma (Grieks voor verkondiging) geeft kort het wezenlijke weer: Jezus is Heer! Het is als de uitroep na een wapenstilstand: de oorlog is voorbij! Hierna is er echter een uitgebreide uitleg en verantwoording nodig. En dat is de catechese (Latijn: catechesis, Grieks: katèchèsis, mondeling onderricht). Heel de levende schat van het christelijk geloof moet uiteengezet worden opdat we daarnaar ons leven zouden kunnen richten. En dit moet overal gebeuren: in de kerk, in de scholen, in de gezinnen. Omdat de vanzelfsprekendheid van het geloof al lang verdwenen is, moet de volle aandacht naar deze catechese gaan.
Het is nodig dat “…de catechetische vorming geschiedt in de vorm van een soort catechumenaat voor meerdere jongeren en volwassenen, die onder invloed van de goddelijke genade het gelaat van Christus ontdekken en merken hoe noodzakelijk het is zich helemaal aan Hem te geven” (nr. 44)
5. De massamedia
De moderne communicatiemedia zijn als een moderne vorm van de preekstoel. Hierbij moeten we trachten niet alleen grotere menigten te bereiken maar ook het geweten van de mensen in de diepte te raken. Het is een uitdaging:
“… omdat de evangelische boodschap daardoor niet alleen een grotere en talrijke mensenmenigte moet bereiken, maar ook in staat moet zijn door te dringen tot ieders geweten afzonderlijk…” (nr 45)
6. De noodzaak van persoonlijk contact
Jezus keek de mensen vol liefde aan, Hij raakte de kinderen aan en zegende hen, Hij raakte zelfs de melaatsen aan en genas hen. Het was de uitdrukking van zijn eigen liefdevolle verhouding tot de Vader. Ook wij zullen slechts kunnen evangeliseren door onze eigen diepe geloofservaring aan anderen over te dragen.
“Behalve die openlijke verkondiging van het Evangelie in het algemeen, moet steeds de andere vorm van overdracht van het evangelie van persoon tot persoon worden aanbevolen… Bestaat er wel een andere vorm van evangelisatie dan die waarin men zijn eigen geloofservaringen aan een ander overdraagt?” (nr. 46). (Volgende week: de sacramenten en de volksdevotie).
P. Daniel
2. Spiritualiteit: Eenheid met God: de innerlijke zintuigen in het tweede verblijf (1)
In ons innerlijke avontuur naar de vereniging van de ziel met God baseren we ons voornamelijk op het innerlijke kasteel zoals beschreven door de heilige Teresa van Avila, de leer van Johannes van het Kruis en de woestijnvaders. Ons doel: leren hoe we innerlijk functioneren, zodat we met een kaart naar de top van de berg Karmel kunnen wandelen, die de vereniging van de ziel met God symboliseert.
De afgelopen weken hebben we ons geconcentreerd op de eerste twee verblijven van het innerlijke kasteel: de uiterlijke zintuigen (1e verblijf) en de innerlijke zintuigen (2e verblijf). Alle informatie die van buitenaf komt, bereikt ons via de uiterlijke zintuigen (zien, horen, voelen, ruiken, proeven) en komt vervolgens terecht in een gebied dat we psychosomatisch noemen, de innerlijke zintuigen (tweede verblijfplaats). Deze tweede verblijfplaats is neutraal, ze impliceert nog geen enkele verantwoordelijkheid of standpunt van mijn kant. Het is een gebied dat wordt geanimeerd door verschillende innerlijke zintuigen: 1) de passies, 2) het affectieve geheugen, 3) de verbeelding en de fantasie en 4) het verlangen en de opvliegendheid. Laten we luisteren naar Moeder Agnès Mariam de la Croix .
Laten we, voordat we het hebben over de vier innerlijke zintuigen, kijken naar dit schema (Engels) dat de innerlijke weg naar eenheid met God beschrijft. Zeven verblijfplaatsen, die van buiten naar binnen gaan, scheiden ons van de vereniging met God: 1) Uiterlijke zintuigen, 2) Innerlijke zintuigen, 3) Rede, 4) Intellect, 5) Wil, 6) Bewustzijn, 7) Het hart. Deze indeling in zeven verblijfplaatsen volgt ook de driedeling van de mens: lichaam, ziel en geest.
Het volgende schema beschrijft het innerlijke assimilatieproces van het tweede verblijf (innerlijke zintuigen), object van deze korte meditatie. Een uiterlijk gebeuren (iets dat mij overkomt, iemand die mij bekritiseert, een gebeuren dat mij choqueert) kan verschillende innerlijke zintuigen raken: 1) de passies, 2) het affectieve geheugen, 3) de verbeelding en de fantasie, 4) het verlangen en de opvliegendheid.
De vier passies van de ziel
Wat in mij binnendringt, laat een indruk achter. Wanneer een externe ervaring in mij binnendringt, zijn er over het algemeen vier soorten reacties: 1) als het prettig is, voel ik voldoening of vreugde; 2) als het onaangenaam is, wekt het afkeer of angst in mij op; 3) als het mij pijn doet, wekt het verdriet op; 4) als het een tekort of een afwezigheid weergeeft, wekt het verlangen of hoop in mij op.
Dit zijn de vier passies: vier fundamentele reacties die zich aan de externe indruk hechten. Alles wat in mij binnenkomt, roept een innerlijke reactie op. In zekere zin spreekt elke ervaring die in mij binnendringt mij aan en kan mij prikkelen: zoals de Schrift zegt: “Het is moeilijk voor u om tegen de prikkelende stekels in te gaan” (Handelingen 9, 5).
Het affectieve geheugen
Wat in mij binnenkomt laat een indruk achter, goed of slecht, die in mijn geheugen wordt opgeslagen, het zogenaamde affectieve geheugen. Dit doet denken aan het beroemde experiment van Pavlov: als je een hond elke dag om 10 uur te eten geeft en deze routine dan een tijdje onderbreekt, zie je dat de hond op hetzelfde tijdstip spontaan om eten komt vragen. Het affectieve geheugen werkt op dezelfde manier: wanneer zich een vergelijkbare situatie voordoet, herhaalt zich dezelfde onbewuste reactie. Bijvoorbeeld, na een auto-ongeluk komt er automatisch angst op wanneer de snelheid toeneemt.
Het affectieve geheugen slaat gegevens op vanaf mijn vroegste jeugd tot nu. Als ik in het verleden minachting heb ondervonden, zullen de gegevens in mijn gevoelsgeheugen mij het gevoel geven dat ik ook in de toekomst minachting zal ondervinden. Dit beïnvloedt dus mijn perceptie van de werkelijkheid en mijn ontwikkeling als persoon. Daarom moeten we ons niet verbazen over onze instinctieve reacties.
Verbeelding en fantasie
In het tweede verblijf zijn er naast de vier passies en het affectieve geheugen nog andere vermogens: ten eerste de verbeelding en de fantasie. Verbeelding is de mogelijkheid die ik heb om nieuwe dingen toe te voegen aan de werkelijkheid. Dat is interessant, maar het kan ook een manier zijn om te vluchten. Als we klein zijn vluchten we vaak in de gedachten en beelden van onze verbeelding. Vaak stellen we ons dingen voor die ver van de werkelijkheid afstaan. Verbeelding stelt me in staat om mezelf innerlijk af te leiden.
Fantasie is de kracht om te creëren: het is het domein van dichters en schilders die in hun innerlijk het model bouwen van het werk dat ze willen uitvoeren. We kunnen deze vermogens niet voor 100 procent stoppen – het gaat om het parasympatische zenuwstelsel. We kunnen de innerlijke beweging om ons 1001 dingen voor te stellen (verbeelding) of een nieuwe realiteit in ons innerlijk te creëren (fantasie) niet helemaal stoppen, maar we kunnen ze wel in goede banen leiden.
Begeerte/verlangen en opvliegendheid
De begeerte is de kracht om te verlangen – bijvoorbeeld naar een vrouw, maar ook naar God: “Mijn ziel dorst naar de levende God” (Psalm 42,3). Het kan gaan om de meest elementaire, verdorven verlangens tot de meest nobele.
“Het koninkrijk der hemelen wordt met geweld bestormd, en de gewelddadigen nemen het in bezit” (Mattheüs 11, 12). Het koninkrijk van God is voor de gewelddadigen, voor hen die er heftig naar verlangen, die alles willen doen om het te veroveren, en niet voor lauwe mensen: “Omdat je lauw bent, en niet koud of heet, zal ik je uit mijn mond spuwen” (Openbaring 3,16). Het gaat dus om de kracht van het verlangen: van het elementaire goed (bijvoorbeeld de seksuele daad, die tegenwoordig vaak als het hoogste goed wordt beschouwd) tot het hoogste goed, namelijk dichter bij de levende God komen.
De opvliegende kracht is de strijdbare houding; omdat ik het goede verlang, moet ik vechten om het te beschermen. De opvliegende kracht kan een geducht wapen worden om kwaad te doen (kijk om je heen), maar als ze goed wordt ingezet, kan ze zeer nuttig zijn. In het sacrament van het vormsel (1) worden we soldaten van Christus om het goede te verdedigen, zodat deze opvliegende kracht het kwaad bestrijdt: “Ik haat hen met een volmaakte haat” (Psalm 139, 22) zegt de psalm.
Vandaag de dag leven we in een tijdperk van hedonisme, waarin alle verlangens zijn toegestaan: 60.000 dollar om van geslacht te veranderen. “Wil je iets? Ik geef het je.” In plaats van het goede te verlangen, verlangen we naar van alles en nog wat. In plaats van het kwade te bestrijden, bestrijden we het goede: “Wee degenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad” (Jesaja 5:20). Tegenwoordig worden goed en kwaad maar al te vaak beschouwd als subjectieve parameters, onderworpen aan de wet van de sterkste, om de mens te corrumperen en beter te kunnen controleren.
Als een bedreigende handeling (een woord, een gebeurtenis) van buitenaf komt en mijn verlangen naar het goede in gevaar brengt, zal er een opvliegende reactie volgen: als ik een vrouw op straat zie die wordt aangevallen, zal mijn verlangen om het goede te verdedigen zich vertalen in een opvliegende reactie en zal ik haar verdedigen.
Maar gaat het om mijn reputatie, dat ik bewonderd word, dat ik het laatste woord krijg? Hoe ga ik reageren op de gebeurtenis die mij prikkelt? Zal ik opvliegend reageren om mijn goeds te beschermen?
Vertel me hoe je reageert, dan vertel ik je hoe je bent. Het is goed om je reactie te beheersen. Het is goed om te gehoorzamen. Laten we aan onszelf werken. Laten we de wijsheid hebben om onszelf te bekritiseren en kritiek te accepteren. “Wie correctie liefheeft, heeft kennis lief; wie terechtwijzing haat, is dwaas” (Spreuken 12, 1). Kritiek en vervolging doen goed! Het is wijsheid, ook al doet het pijn om tot aan het kruis te gehoorzamen: “Christus heeft zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden tot in de dood, zelfs tot in de dood aan het kruis” (Filippenzen 2:8).
Conclusie
De tweede verblijfplaats van de innerlijke zintuigen is een gebied waar veel gebeurt. Alles wat van buitenaf komt, passeert hier en wordt gefilterd door de vier passies, het affectieve geheugen, de verbeelding en de fantasie, en het verlangen en de opvliegendheid. Het is belangrijk om deze innerlijke bewegingen te onderscheiden om onszelf te leren kennen op onze weg naar eenheid met God. Wordt vervolgd.
(2) Wat volgt is een bewerking van een conferentie gegeven door Moeder Agnès Mariam van het Kruis, Overste van het Mar Yakub klooster aan haar gemeenschap in 2018.
(1) Het sacrament van het vormsel schenkt ons een bijzondere kracht van de Heilige Geest om het geloof te verspreiden en te verdedigen door woord en daad als ware getuigen van Christus, om moedig de naam van Christus te belijden en ons nooit te schamen voor het kruis (Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1303)
P. Jean
3. Kerk en wereld
Het mooie standbeeld van “O.L. Vrouw van Frankrijk”, met een kroon van12 sterren, terwijl ze de kop van de slang verplettert en Jezus op haar arm draagt die zegent, werd in 1860 opgericht in Puy-En-Velay. Het werd gemaakt van het metaal van de kanonnen, waarmee Sebastopol belegerd werd tijdens de Krim Oorlog (1853-1856). Het was toen het grootste standbeeld ter wereld. Enkele jaren later lanceerde Édouard Lefebvre de Laboulaye het idee van een Vrijheidsstandbeeld, dat gerealiseerd werd door Auguste Bartholdi en geplaatst te New-York in 1865. Beide waren Franse vrijmetselaars. Dit standbeeld is een vrouw met een fakkel in de ene hand en een tablet in de andere. Ze draagt een diadeem op haar hoofd met zeven punten. De gelijkenissen tussen deze twee standbeelden zijn duidelijk.
“Het eerste standbeeld is ontsproten uit een lange christelijke traditie van twee millennia, gedragen door verschijningen van O.L. Vrouw en wonderen, door het geloof van pelgrims, eeuwen van gehoorzaamheid aan God enz… Het andere standbeeld is voortgekomen uit de geest van de ‘Verlichting’, een ideologie die mensen verleidt door o.m. te stellen dat de vrijheid het fundament van de politiek is. ‘Vrijheid’ zonder goddelijke wet natuurlijk… Het tweede wil concurreren met het eerste”. (https://lesalonbeige.fr/la-statue-de-notre-dame-de-france-et-la-statue-de-la-liberte-a-new-york/)
De Oostenrijkse psychiater Viktor Frankl (+1997), die de concentratiekampen van de nazi’s overleefde en de “logotherapie” stichtte, stelde nadrukkelijk dat het vrijheidsstandbeeld aan de oostkust van de VS – om de echte waardigheid van de mens te eren - dringend een tegenhanger nodig heeft aan de westkust van de VS: een standbeeld van de verantwoordelijkheid!
***
Een merkwaardige geloofsvervolging in de VS! De “Kleine Zusters van de Armen” zorgen vooral voor behoeftige arme bejaarden. Reeds twaalf jaar worden zij rechterlijk vervolgd. Hun misdaad? Zij weigeren categoriek iedere medewerking aan kunstmatige contraceptie! Zij beschouwen contraceptie terecht als een aanslag op hun religieuze overtuiging, op de waardigheid van de mens en het huwelijk. Hiermee gaan zij in tegen de Obamacare. Sommige politici blijven sinds 2013 tegen hen processen voeren, vanuit een soort ideologisch fanatisme. De zusters hopen dat de veroordelingen nu met het huidige Hooggerechtshof zullen ongedaan gemaakt worden: https://lesalonbeige.fr/la-persecution-des-petites-soeurs-des-pauvres-par-les-fanatiques-democrates/
De voormalige Franse grootmeester van de Loge, Pierre Simon (+ 2008), heeft van de verspreiding van contraceptie zijn levenswerk gemaakt. Het algemeen doen aanvaarden van contraceptie was voor hem als het winnen van de oorlog. Abortus, euthanasie… aanvaardbaar maken zag hij daarna slechts als een kleine veldslag die vanzelf zou gewonnen worden. De evolutie in alle westerse landen gaf hem helaas gelijk. Ondertussen waren vele theologen zo verblind door de “contraceptieve roes” dat zij geen enkel besef hadden van de enorme lichamelijke, psychische, morele en maatschappelijke ontwrichting die hieruit voortkomt. De grote Vlaamse-Nederlandse theoloog Edward Schillebeeckx, een encyclopedische geest, heb ik zelf ooit in een voordracht horen beweren: “als contraceptie moreel verboden is, mag ik ook mijn baard niet meer scheren en mijn nagels niet meer knippen”. Zo weinig had hij, in tegenstelling tot de vrijmetselaars, over het wezen van contraceptie nagedacht!
4. Nieuws uit de gemeenschap
Dinsdagavond na de vespers hielden we een geïmproviseerde dienst om God te danken omdat wij allen, precies een jaar geleden, het zeer zware ongeval op de autosnelweg in Homs overleefd hebben. De chauffeur (in slaap gevallen!) van een grote truck met olie, reed in volle vaart tegen ons busje dat wegens een ongeval voor ons, langzaam moest rijden. De politieman die de mensen waarschuwde voor het ongeval voor ons heeft de losgeslagen vrachtwagen geïncasseerd, hij was opslag dood. De trucker gooide ons busje omgekeerd in de berm. Mensen kwamen toegelopen en riepen: ze zijn allemaal dood! Zo leek het ook. Daarna kwamen we een voor een uit het verhakkelde busje gekropen, d.w.z. uit het hoge struikgewas: drie zwaargewonden en de anderen “hadden niets”, waarvan we evenwel toch nog enkele weken moesten herstellen. Ondertussen zijn allen min of meer genezen. We danken God en de mensen die ons geholpen hebben, vooral een sjofele oude man die een vijftal van ons bij de hand nam en naar zijn huis leidde. Hij bleek een toegewijde arts te zijn die aan ons de eerste zorgen toediende. De zwaargewonden zaten links in het busje. Ook ik zat altijd links behalve deze keer. Ik had gevraagd rechts op een stoel apart te mogen zitten want ik wilde rustig de hele rozenkrans bidden. Zo bad ik de vijf blijde geheimen en de vier droeve mysteries tot aan het vijfde mysterie: Jezus sterft op het kruis, wat ik niet meer gebeden heb. Onze tijd was nog niet gekomen.









